Smith & Wesson Hand Ejector NL

Smith & Wesson

Hand Ejector

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 was het Britse leger was een heel kleine krijgsmacht van zeer professioneel opgeleide vrijwilligers. Minder dan 250.000 gewone soldaten dienden in hun eenheden verspreid over de Britse kolonies overal ter wereld. Het werd snel duidelijk dat het nieuwe conflict een langdurige oorlog op zeer grote schaal tussen de belangrijkste militaire grootmachten zou worden. De Britse strijdkrachten zouden snel enorm moeten uitbreiden. Lord Kitchener, de nieuw benoemde staatssecretaris van Oorlog, zag dit vanaf het begin al in stelde een massaal aanwervingsprogramma op. Miljoenen engageerden zich en zes nieuwe Kitchener Armies werden gevormd,  K1 tot K6 (de K staat voor Kitchener).


De nieuwe legers dienden te worden uitgerust en aangezien op korte termijn Groot-Brittannië onder andere niet genoeg handvuurwapens kon produceren en leveren werden verscheidene buitenlandse wapenproducenten aangesproken. En een daarvan was Smith & Wesson.


Smith & Wesson produceerde in die tijd een zeer vooruitstrevende revolver, nl. de .44 Hand Ejector First Model met het grote N-frame. Deze revolver is ook wel bekend als de .44 Military Model of 1908, de Triple lock of de New Century. De beschikbare kalibers waren .44S&W special, .44Russian, .44/40, .38/40,  .45 S&W Special en naar verluid ook in .22 LR. Het First Model  Hand Ejector was prachtige gemaakte, sterke en nauwkeurige revolver met een (overbodige) derde vergrendeling vooraan bij de trommel. maar het toonde aan wat  Smith & Wesson kon produceren. Zie foto van de 3 vergrendelingen  hieronder:

Op vraag van Groot-Brittannië werd dit model aangepast naar de  .455 Britse Mark II Service cartridge. Acht honderd en acht van deze revolvers werden omgebouwd voor onmiddellijke verzending en de Britse strijdkrachten ontvangen 666 van de 808 revolvers. De 666 serienummers waren gespreid over een bereik tussen 1104 en 10417. Ik heb de details van alle nummers indien iemand meer informatie wil. De overige 142 werden commercieel verkocht, 117 revolvers worden in oktober 1914 geleverd aan de Wilkinson Sword Company Londen. De serienummers lopen van  9,883 tot 10,002 plus de nummers 10005/6/7 en in januari 1918 werden de laatste 25 revolvers met serienummers 9858 tot 9863 en 9865 tot 9882 geleverd aan de Shopleigh  Hardware Store in St. Louis, Missouri. Het is niet bekend waarom deze afgeleverd werden in de VS, maar aangenomen wordt dat ze werden omgebouwd tot .45 Colt vóór de verzending. Het blijkt ook dat sommige .455’s werden vervaardigd met serienummers tussen  12000 tot 13000 maar daarover heb ik geen gegevens.


Een nieuwe bestelling voor  5000 nieuw geproduceerde .455 Hand Ejectors werd geplaatst en deze kregen hun eigen serienummerbereik van 1 tot 5000. Deze werden afgeleverd  in het begin van 1915.

Hand Ejector .455 Mk II

De produktie van het Tweede model .455MkII hand ejector begon in 1915 en ging door tot in 1917. De serienummers van de MkII volgden die van de MkI op en liepen van 5001 to 74755. De serienummers van sommige late MkI modellen vallen tussen die van de eerste MkII modellen doordat de voorradige MkI onderdelen geassembleerd werden tot revolvers terwijl de MkII revolvers al van de produktielijn liep.


De Canadese regering bestelde 14500 revolvers rechtstreeks bij Smith&Wesson en na het vervullen van het Britse order werden er nog 1105 gemaakt voor de commerciele markt. De rest ging naar de Britse regering.


Bij de MkII vervielen de beschermende behuizing van de uitstoterstang onder de loop en de  derde (overbodige) cilindervergrendeling. De opening in het frame voor de trommel werd  0.02” groter gemaakt.


Na de oorlog werd een deel van de als surplus verkochte revolvers omgebouwd naar meer populaire kalibers aangezien .455 munitie toen schaars was. Vooral de revolvers die in de Verenigde Staten op de markt kwamen werden getransformeerd. De kamers werden uitgeruimd en de cilinder werd iets ingekort of er werd wat metaal van het terugslagschild weggenomen zodat .45 Long Colt (met een iets dikkere rand dan de .455) gebruikt kon worden. Door inkorten van de cilinder kon de revolver .45ACP patronen in half moon clips verschieten en kon ook .45Auto Rim munitie gebruikt worden.

Hand Ejector .45 Model 1917

Het 1917 model van Hand Ejector werd, zoals de naam zegt, in 1917 ingevoerd. Deze revolver was gekamerd voor de .45ACP patroon. In 1917 verklaarden de verenigde staten de oorlog en ook zij hadden tekorten aan oa handvuurwapens. Bij Colt konden niet genoeg 1911 .45ACP (Dienstpistool van de USA) pistolen gemaakt worden en bijgevolg werden bij Colt en bij Smith&Wesson grote orders geplaatst voor de revolver model 1917 (Zie ook Colt 1917).


De S&W Mod.1917 was in hoofdzaak gelijk aan de .455MkII Hand Ejector. De loopboring en de kamers waren natuurlijk aangepast aan de .45ACP randloze munitie. De loop was bovendien ingekort tot 5½" en de hamer en trekker werden op bepaalde details iets gewijzigd.


Tussen April 1917 en Februari 1919 werden door S&W 175000 revolvers van dit type geleverd. De serienummers van de wapens die onder dit contract geleverd werden beginnen bij 1 en liepen op tot 175000. De 1917 modellen van Colt en S&W gebruiken dus dezelfde munitie als het officiele .45ACP Colt 1911 dienstpistool.


In totaal werden bij Smith&Wesson 210320 revolvers van dit type gemaakt. Naast het contract voor de Amerikaanse overheid, werd de rest na de oorlog gemaakt voor de commercieële markt.

De markering “US ARMY MODEL 1917” werd aangebracht op de onderkant van de greep, naast de koordring.


Op de linkerkant van de loop stond S&W D.A. .45 en onderaan stond UNITED STATES PROPERTY. Op de revolvers van het militaire contract werd het S&W logo niet aangebracht.

Op de militaire modellen waren de greepplaatjes van gladde notelaar en de commerciëele modellen hadden gequadrilleerde grepen met messing S&W logoplaatjes. Dit model werd tot in 1946 gemaakt.